Algemeen
15.07.2021
2 min om te lezen

Duimletsel na achterop aanrijding geen ongevalsgevolg

De Rechtbank Midden- Nederland heeft op 2 juni 2021 geoordeeld dat het letsel aan de rechter duim geen gevolg is van het haar overkomen ongeval. Dit op basis van het rapport van de onafhankelijke deskundige.

 

Op 13 december 20 12 heeft de bestuurster duimletsel opgelopen ten gevolge van een achterop aanrijding. De aansprakelijkheid is door ASR erkend. Op het moment van de aanrijding had de bestuurster haar rechter hand op de versnellingspook waardoor zij duimklachten heeft opgelopen. Wegens een discussie of de klachten en beperkingen in relatie staan met het ongeval, wordt plastisch chirurg Feitz gevraagd zich hierover uit te laten. Na het ongeval zijn geen breuken vastgesteld, evenmin had zij een belaste voorgeschiedenis. Feitz komt tot de conclusie dat er sprake is van CMC 1 artrose aan de beide duimen ofwel het kraakbeen van het basisgewricht van de duim is aangetast. Dit is geen gevolg van het ongeval. Feitz oordeelt dat het zeer waarschijnlijk is dat de klachten en beperkingen ook aanwezig geweest waren indien het ongeval niet had plaatsgevonden, in dezelfde termijn en omvang.

 

De bestuurder heeft aangevoerd dat er steekhoudende bezwaren zijn en dat het rapport van Feitz niet kan worden gebruikt. Daarnaast wordt verzocht om aansluiting te zoeken bij de whiplash jurisprudentie. De kern bij de whiplashjurisprudentie is dat, ondanks dat een specifieke, medisch aantoonbare verklaring voor de klachten ontbreekt, het bewijs voor het bestaan van dergelijke klachten (en daaruit voortvloeiende beperkingen) kan worden aangenomen en in juridische zin aan de aansprakelijke gebeurtenis worden toegerekend. Deze whiplashjurisprudentie vindt ook wel toepassing buiten whiplashzaken in zaken waar geen objectieve medische oorzaak is aan te wijzen. Maar die is er hier juist wel. Drs. Feitz heeft immers artrose vastgesteld. Het verzoek om schade wordt afgewezen.