Op 15 januari 2006 laat een passagier in een vliegtuig op Schiphol een bagagestuk op het hoofd van een medepassagiere welke op haar stoel zat vallen. Zij heeft hierdoor klachten opgelopen in de vorm van vergeetachtigheid, concentratieproblemen, sneller vermoeid zijn, duizeligheid, angst voor flauwvallen en last van geluiden. Dat na lang procederen gelijk krijgen over de aansprakelijkheid niet gelijk betekent dat de schade ook over al die jaren loopt, laat deze zaak ons duidelijk zien.
Na een lange procedure heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 december 2013 bepaald dat luchtvaartmaatschappij El Al aansprakelijk is voor de schade. Dit onder meer op grond van het Verdrag van Montreal.
Vervolgens wordt er geprocedeerd over de hoogte van de schade bij de Rechtbank Amsterdam. Er hebben onafhankelijk onderzoeken plaatsgevonden bij een neuroloog en (neuro)psycholoog.
Op basis van de rapporten komt de rechtbank tot het oordeel dat de klachten van 15 januari 2006 tot en met 2008 geloofwaardig zijn en in relatie staan met het ongeval en dat over deze periode schade kan worden gevorderd. Vanaf 2008 ontbreekt in het huisartsendossier de vermelding van de klachten met uitzondering van 1 melding in oktober 2014 betreffende het geheugen, concentratie en oriëntatiestoornissen. Na 2008 kunnen de klachten niet meer worden gelinkt aan het incident en kan er geen schade meer worden gevorderd.
Door het slachtoffer werd meer dan een half miljoen euro gevorderd onder andere vanwege schade door verlies aan verdienvermogen, kosten voor huishoudelijke hulp en €100.000,- aan smartengeld vermeerderd met de wettelijke rente. Het smartengeld wordt door de Rechtbank Amsterdam begroot op € 6.000,- en het verlies aan verdienvermogen op ruim € 17.000,-.
Ten tijde van het schrijven van deze artikel staat hoger beroep bij het Gerechtshof nog open.